De jongste patiënten zijn tussen de 0 en 2 jaar. Hierbij wordt vooral ontwikkelingsstimulerend gewerkt. Mogelijke problemen in de ontwikkeling kunnen zijn:
– Voorkeurshouding van het hoofd naar 1 kant toe
– Afplatting van de schedel aan 1 zijde of plat achterhoofd
– Eénzijdig bewegen
– Vertraagde motorische ontwikkeling: niet komen tot kruipen, niet zelfstandig komen tot stand,…
– Billenschuiver
– Hypermobiele kinderen die zelfstandig geen houdingsveranderingen laten zien
– Lage spierspanning
– Orthopedische aandoening (vb. klompvoet, aangeboren heupaandoening…)
…
Dit kan in de praktijk opgelost worden d.m.v. facilitatie- en handling technieken. Je kind wordt gestimuleerd om zich zo optimaal en correct mogelijk te ontwikkelen.
Daarnaast is er een mogelijkheid tot screening, waarbij de ontwikkeling van je kind op verschillende vlakken in kaart wordt gebracht. Aan de hand hiervan kan er worden bepaald welke posities extra stimulatie nodig hebben.
De ontwikkelingsgerichte problemen bij kinderen tussen de 2 en 16 jaar vindt u terug in het onderdeel ‘blessures’.